Rechten zijn opties waarmee gebruikers specifieke acties binnen het systeem kunnen uitvoeren. Elke machtiging is gekoppeld aan specifieke acties die mogelijk zijn binnen het systeem en heeft een beheerdersniveau dat wordt bepaald door de systeembeheerder. Deze rechten worden vervolgens toegewezen aan specifieke profielen om de gebruikers van het profiel de mogelijkheid te geven de actie uit te voeren die door de machtiging wordt geboden. Klik op de knop 'Rechten' in Core Data om de rechten te bekijken waartoe u toegang hebt. Zie het gedeelte 'Overzicht van rechten' voor meer informatie.
- Nadat u op de knop 'Rechten' had geklikt, werd het scherm 'Rechten' weergegeven. Hier ziet u alle rechten die beschikbaar zijn voor het profiel waarmee de huidige gebruiker is aangemeld.

Let op: de knop Toevoegen is altijd grijs, omdat het niet mogelijk is om een nieuwe machtiging aan het systeem toe te voegen. - Voor elke beschikbare machtiging kan een beheerniveau worden ingesteld. Dit doet u door een machtiging te selecteren en op de knop 'Bewerken' te klikken. Elke machtiging kan een beheerniveau tussen 1 en 10 hebben. Zodra dit is ingesteld, klikt u op 'OK' en vervolgens op 'Opslaan' om de wijzigingen op te slaan. Klik op 'Annuleren' om de wijzigingen te annuleren.
Let op: het is niet mogelijk om de naam of beschrijving van een machtiging te wijzigen.