Om een reactieve taak te maken met behulp van de weergave op één scherm, klikt u eenvoudigweg op het tabblad 'Taak maken' en vervolgens op de knop 'Reactieve taak maken'. Volg vervolgens deze stappen:

1. Wanneer u op de knop "Reactieve taak aanmaken" klikt, wordt het eerste scherm in het proces voor het aanmaken van een reactieve taak geopend. Dit gebeurt op twee manieren, afhankelijk van of de gebruiker een gebruiker van één locatie of meerdere locaties is. Voor gebruikers van één locatie wordt het tekstvak "Uw gebouw" automatisch gevuld met het gebouw dat aan het profiel van de gebruiker is toegewezen. Gebruikers van meerdere locaties kunnen in het tekstvak typen, waarna een lijst wordt weergegeven waarin de gebruiker de gewenste locatie kan kiezen. Nadat u de betreffende locatie hebt geselecteerd, verschijnt de knop "Heeft u een objectnummer bij de hand voor deze taak?". Indien van toepassing, vinkt u het vakje aan voordat u op "OK" klikt.
   
   Let op: Als het selectievakje 'Hebt u een activumnummer bij de hand voor deze taak?' is aangevinkt, raadpleeg dan de pagina Taak maken - Activum beschikbaar .
2. Vervolgens gaat u naar de pagina 'Taak zoeken'. Voer in het veld 'Taak zoeken' het item in dat moet worden aangepakt en klik op de knop 'Zoeken'. Dit toont een lijst met fouten/problemen die voldoen aan de zoekcriteria. De gebruiker moet de juiste fout/het juiste probleem selecteren dat een probleem veroorzaakt. Als de gebruiker een fout/probleem selecteert dat niet wordt onderhouden, verschijnt er een melding naast de taak en kan de gebruiker deze niet selecteren (dit is afhankelijk van de toestemming). Nadat de fout/het probleem is geselecteerd, moeten het 'Symptoom' en de 'Reden voor taak' worden bepaald. Zowel de velden 'Symptoom' als 'Reden voor taak' zijn vervolgkeuzemenu's waaruit de gebruiker kan kiezen. Er kan een verklarende tekst verschijnen met betrekking tot de gekozen 'Reden voor taak' (indien geconfigureerd door de systeembeheerder) met details over waarvoor elke reden moet worden gebruikt. Indien nodig kan de Gebruiker in het veld "Code/Hoeveelheid" een "Hoeveelheid" (bijvoorbeeld als er meerdere lampen zijn doorgebrand) of een Code met betrekking tot het probleem invoeren.
   
   Zodra de taak is geselecteerd, klikt u op de knop "OK" om door te gaan.
   Opmerking: Als er activa gerelateerd zijn aan de geselecteerde taak, maar het vakje 'Heeft u een activumnummer voor deze taak?' niet is aangevinkt, worden alle beschikbare activa weergegeven. Zie de pagina Taak aanmaken - Activa beschikbaar voor meer informatie.
3. Het volgende gedeelte is het gedeelte Locatie. Hier voert u de locatie van het probleem in. Controleer eerst of het niveau correct is door het niveau aan de linkerkant te controleren. Als dit niet correct is, klikt u aan de linkerkant op 'Niveau wijzigen'. Dit toont een aantal niveaus die beschikbaar zijn in het gebouw. Kies het juiste niveau en het niveau wordt gewijzigd (als het gewenste niveau 'Dak' is, selecteert u door te klikken op 'Dak selecteren' automatisch de locatie 'Dak, Dak, Dak' en gaat u verder naar het volgende gedeelte van het proces 'Taak aanmaken'). Selecteer vervolgens een gebied en er verschijnt een set locaties (als het probleem zich over het hele niveau uitstrekt, selecteert u in plaats daarvan de knop 'Hele niveau'). Als u meer informatie over de locatie wilt verstrekken, kunt u deze toevoegen aan het veld 'Aanvullende informatie'.
   Als er meerdere locaties in het gebouw zijn en de gewenste locatie al bekend is, kan de gebruiker de locatie zoeken met behulp van het veld 'Zoeken naar locatie'. Door in dit veld te zoeken, wordt een lijst met locaties weergegeven terwijl de gebruiker typt. Selecteer hier de gewenste locatie om door te gaan naar de volgende stap. Als het probleem zich voordoet rondom het hele gebouw, selecteer dan de knop 'Hele gebouw'. Hiermee gaat u ook door naar de volgende stap.
   
   Zodra u de locatie hebt geselecteerd, klikt u op de knop "OK" om door te gaan.
4. Vervolgens komt u op de pagina Contactgegevens. Deze pagina wordt gebruikt om contactgegevens in te voeren, mocht er contact met iemand moeten worden opgenomen over de opdracht. Wanneer deze pagina wordt weergegeven, worden de velden standaard automatisch ingevuld met de gegevens van de gebruiker die de opdracht heeft aangemaakt, samen met een lijst met contactpersonen waaruit u kunt kiezen. Elke contactpersoon in de lijst heeft een naam, functie en telefoonnummer. Selecteer een van deze velden door op de naam van de contactpersoon te klikken. De velden 'Contactpersoontype', 'Contactpersoonnaam' en 'Contactpersoontelefoonnummer' worden dan ingevuld met de contactgegevens.
   
   Zodra u alle contactgegevens heeft ingevuld, klikt u op "OK".
5. Zodra de contactpersoon is geselecteerd, wordt het scherm 'Reactie' weergegeven. Hier geeft de gebruiker aan hoe laat de taak moet zijn voltooid. Hij kan bepalen of er een tijdelijke oplossing is (met behulp van het selectievakje 'Is er een tijdelijke oplossing?') en de prioriteit van de taak. De prioriteit kan worden geselecteerd met behulp van de vervolgkeuzelijst 'Prioriteit'.
   Let op: Bij sommige prioriteiten wordt een datum-/tijdkiezer weergegeven. Wanneer deze zijn geselecteerd, hoeft de gebruiker alleen de gewenste datum/tijd te selecteren. Bij andere prioriteiten wordt de berekening van de berekende SLA (op basis van het contract) weergegeven.
   Let op: In sommige gevallen zijn er mogelijk eerder geplaatste taken die geclassificeerd zijn als Duplicaten, Speciale Gebeurtenissen of Aankomende PPM's waar de taak betrekking op zou kunnen hebben. Deze worden uitgebreider beschreven op de pagina Duplicaten/Gebeurtenissen .
   Let op: In sommige gevallen waarin de prioriteit wordt gewijzigd, wordt, afhankelijk van de instellingen voor de client, het veld Reden voor niet-standaardprioriteit weergegeven. Door de muisaanwijzer op de "I" te plaatsen, wordt informatie over dit veld weergegeven. Dit is een verplicht veld dat moet worden ingevuld voordat de taak kan worden aangemaakt.
   
   Zodra u klaar bent, klikt u op "OK" om door te gaan naar de laatste stap.
6. Zodra alle benodigde onderdelen zijn ingevuld, wordt een samenvatting van de opdracht weergegeven. Hier kunt u de details van de opdracht controleren en wijzigen om er zeker van te zijn dat ze correct zijn. Dit doet u door het betreffende onderdeel te selecteren en op de knop 'Wijzigen' te klikken. Zodra alle details correct zijn, selecteert u de knop 'Opdracht verzenden' om de opdracht aan te maken.
   
   Opmerking: Als u nog opmerkingen hebt over de taak, kunt u deze toevoegen in het gedeelte 'Opmerkingen'.
   Let op: als er wijzigingen nodig zijn (en als de gebruiker over de relevante rechten beschikt) in de resource die aan de taak wordt toegewezen, raadpleeg dan de pagina Taak maken - Resourceselectie voor meer informatie.
   

Dit proces kan alleen worden gebruikt als de gebruiker de machtiging 'Kan werkorders op één scherm aanmaken' heeft ingeschakeld in zijn/haar profiel. Is deze machtiging uitgeschakeld, dan wordt het gebruikelijke tabbladproces gebruikt.