Dit scherm maakt het mogelijk om meeteenheden te configureren. Gebruikers kunnen hier bepalen welke meeteenheden in het systeem worden gebruikt en wat elke meeteenheid is. Klik op de knop 'Meeteenheden' om de huidige meeteenheden in het systeem te bekijken.
- De eerste stap is het selecteren van de client die gebruikt gaat worden. Zie de pagina Clientselectie voor meer informatie over hoe u dit kunt doen.
- Dit is het scherm 'Meeteenheden'. U kunt de gewenste meeteenheden aan- en uitvinken, afhankelijk van welke typen beschikbaar moeten zijn in het systeem.
Net als bij veel andere onderdelen van de applicatie kunt u items aan de lijst toevoegen en bewerken met de knoppen 'Toevoegen' en 'Bewerken'.
- Klik op 'Toevoegen' om het venster 'Maateenheid toevoegen' te openen. In dit venster hoeft u alleen de naam van de nieuwe maateenheid en de beschrijving in te voeren. Klik op 'OK' om de maateenheid toe te voegen.
- Klik op 'Bewerken' om het venster 'Maateenheid bewerken' te openen. In dit venster kunt u de naam en beschrijving van de geselecteerde maateenheid wijzigen. Klik op 'OK' om de wijzigingen toe te passen.
- Zodra alle wijzigingen zijn aangebracht, klikt u op 'Opslaan' om ze toe te passen.