Redenen beschrijven waarom een werkorder wordt aangemaakt. Daarom stelt deze module een gebruiker in staat om alle in het systeem opgeslagen redencodes toe te voegen of te bewerken. Redencodes zijn specifiek voor de klant.
- Eerst moet een set redenen worden geselecteerd. Dit doet u door op het menu 'Redenen' te klikken en een set te selecteren uit de keuzelijst.
- De volgende stap is het selecteren van de klant waarvan u de redenen wilt toevoegen/bewerken. Zie de pagina 'Klantselectie ' voor meer informatie over hoe u dit kunt doen.
- Er wordt een lijst weergegeven met alle redenen die bij deze specifieke redenset horen. Redenen worden ingeschakeld voor gebruik in het systeem door de juiste items aan te vinken. Ze worden ook uitgeschakeld door de betreffende reden uit te vinken. Klik op "Toevoegen" om het scherm Reden toevoegen te openen. Voer de naam en beschrijving in en klik op "Opslaan" om de informatie op te slaan.
- Items kunnen worden bewerkt door het item te selecteren en op de knop 'Bewerken' te klikken. Dit opent het scherm 'Reden bewerken', waarin de gebruiker de naam en beschrijving (en het type apparatuur als het een reactieve reden betreft) van de reden kan wijzigen. Klik op 'Opslaan' om de informatie op te slaan.
- Zodra alle wijzigingen zijn aangebracht, klikt u op 'Opslaan' om ze toe te passen.
Let op : Bepaalde redentypen hebben speciale functies. Deze zijn als volgt gedefinieerd:
Bij het toevoegen of bewerken van een ' ve Reason' of 'Quote Reason' heeft de gebruiker de mogelijkheid om de reden toe te passen op de gewenste apparatuur-/servicetypen. Via het veld 'Apparatuur-/servicetypen' kan de gebruiker de lijst met apparatuur-/servicetypen in het systeem doornemen en kiezen welke relevant zijn voor de reden.
Bij het toevoegen of bewerken van een reden voor pauze in aanwezigheid , heeft de gebruiker de mogelijkheid om de volgorde te specificeren waarin deze in ATAS wordt voorgelezen. Ook kan de reden fonetisch worden gespeld, zodat de weergave in ATAS bij het voorlezen correct is.
